De Nieuwe ARIE-Regeling. Valt mijn bedrijf hieronder?
☠
De Nieuwe ARIE-Regeling. Valt mijn bedrijf hieronder?
Door Christian Ackermans, DG-360, 6 mei 2023
Inleiding
Op 1 januari 2023 is er een nieuwe regeling van kracht voor bedrijven die grote hoeveelheden gevaarlijke goederen opslaan. Deze bedrijven moeten een ARIE uitvoeren en zijn verplicht om net als BRZO bedrijven een VBS te voeren (zie bijlage 1b van de arbeidsomstandighedenregeling).
Wie zijn ARIE bedrijven?
Reeds vergunde BRZO bedrijven?
Op 1 februari van dit jaar waren er in Nederland 410 BRZO locaties. Hiervan waren er 268 een Hoge drempelinrichting (Upper tier) en 142 een lagedrempelinrichting (Lower tier). Dit is de afgelopen jaren niet zo heel veel veranderd.
Deze BRZO bedrijven moeten nu risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) uitvoeren, zoals alle andere bedrijven, maar voldoen vanwege de overige aspecten van de BRZO richtlijn verplichtingen reeds aan het overgrote gedeelte van de ARIE-regeling (eigenlijk alleen m.u.v. stoffen die onder huidcorrosie (subcategorie 1A,1B en 1C). Deze ARIE regelwijziging is dus niet superspannend voor BRZO bedrijven. Dit omdat deze als het goed is al voldoen aan alle aanvullende regels die voor ARIE-bedrijven gelden.
BRZO locaties in Europa (2018) 6 mei 2023
Bedrijven die nu (net) ónder de drempelwaarden van de BRZO richtlijn vallen
Volgens onze ambtelijke vrienden op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) schuilt er echter (te) veel gevaar in de bedrijven die (toevallig of strategisch) precies nét onder de lage drempelwaarden vallen. En wij kunnen ze daar geen ongelijk in geven eerlijk gezegd. Er zit in ze groep bedrijven inderdaad veel minder bewustwording en kennis van het handelen en opslaan van grotere hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Deze bedrijven moeten nu al risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) hebben, die ´actueel en volledig´ moet zijn.
Ieder bedrijf met 1 FTE of meer (die samen meer dan 40 uur werken), moet een RI&E
kunnen tonen. Dit geldt niet alleen voor bedrijven die gevaarlijke stoffen opslaan, maar voor alle bedrijven.
Echter moet een aantal van de bedrijven die niet onder de BRZO valt, maar wel veel gevaarlijke goederen opslaat, óók een Aanvullende Risico-Inventarisatie en Evaluatie opstellen (ARIE).
Omdat er geen meldingsplicht is voor deze groep bedrijven, weet de overheid ook niet hoe groot deze groep bedrijven is. De schatting is dat het om zo’n 200 bedrijven gaat.
Wij denken overigens dat het er veel meer zijn…
Maar welke bedrijven moeten nu deze ARIE uitvoeren dan?
Om te bepalen of een bedrijf onder de ARIE valt, moet het bedrijf eerst weten of het niet (inmiddels) onder de BRZO valt. Of een bedrijf onder BRZO valt, wordt bepaald door twee, Europees gelijk getrokken tabellen die tonen bij de opslag van welke hoeveelheden gevaarlijke stoffen, het bedrijf onder de BRZO gaat vallen.
Hierin zijn 2 smaken:
hoge drempelinrichtingen en lage drempelinrichtingen
Of een bedrijf hoge of lage drempelinrichting is, bereken je aan de hand van de maximaal opgeslagen hoeveelheid gevaarlijke goederen per gevaar categorie.
Wij nemen aan dat uw bedrijf weet of ze al dan niet onder de BRZO drempel valt. Als uw bedrijf dat weet, weet uw bedrijf dus ook welke van de opgeslagen stoffen
onder welke categorie vallen. Aangezien wij dáár eigenlijk al niet van overtuigd zijn, hieronder 2 mogelijke uitkomsten op de volgende vraag:
Weet uw bedrijf per opgeslagen gevaarlijk stof onder welke gevarencategorie
overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 vallen?
JA
uw bedrijf weet inderdaad welke van de opgeslagen stoffen onder welke Gevarencategorieën vallen. Uw bedrijf heeft dus in de masterdata in het WMS ergens staan onder welke H-zinnen iedere gevaarlijke stof valt. Uw bedrijf weet dus dat het ónder de BRZO drempels valt. Mooi, dan kunt u nu berekenen of uw bedrijf in de categorie één stapje onder de BRZO valt, en dus ARIE plichtig is. Hiervoor geldt 30% van de drempelwaarden van de lage drempelwaarden van het BRZO.
NEE
uw bedrijf heeft deze gegevens niet ‘at their fingertips’.
In dit geval zult u aan de gang moeten om dit in kaart te brengen.
Wat moet u weten om deze BRZO/ARIE drempelwaarden uit te kunnen rekenen?
Om te weten welke stoffen gezien worden als gevaarlijke stof, zie bijlage 1 van de arbeidsomstandighedenregeling, na artikel 9.5. Helaas kunt u niet op pagina zoeken, dat is bij deze een tip voor de managers van deze overheidswebsite. Maar dan weet je eigenlijk nog niet zoveel. De tabellen zijn namelijk niet onderverdeeld in de ADR klassen, en uw masterdata ongetwijfeld wel. Uw bedrijf weet waarschijnlijk (hopelijk) wél welke gevarenklasse u opslaat (vast 2/3/4/6/8 en/of 9).
De tabellen zijn onderverdeeld in de CLP/GHS categorieën.
Als u nu wilt weten of u onder de ARIE regeling valt (en heel misschien stiekem ook al lang onder de BRZO), trommel dan per opgeslagen product (SKU), dus alles met een ADR gevarenlabel, inclusief LQ én EQ, de MSDS/Vib naar boven. Vergeet daarbij de CRM stoffen niet. Inventariseer dan per stof de volgende variabelen:
- Welke classificatie heeft de stof (hdst 2.1 vd MSDS/ViB)
- Welke H-zinnen heeft de stof? (hdst 2.1 vd MSDS/ViB)
- In geval van een klasse 3, wat is het kookpunt? (hdst 9 MSDS/ViB)
Deze classificatie en H-zinnen moet je dan vergelijken met de tabel “Gevarencategorieën overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008”.
Als u niet voldoende informatie op uw MSDS heeft staan, kunt u in de SER database zoeken op naam, CAS nummer of EU nummer. NB: In het geval uw MSDS niet goed is, is ons dringende advies dan de producent/leverancier ervan in het vervolg een tijdige update te laten leveren.
Ok, dit klinkt als een hoop werk, en dat is het ook. En nu moet u de berekening er nog op los laten, want u heeft uiteraard allerlei SKU’s staan. U denkt dat hiervoor wel een rekentool beschikbaar zal zijn gesteld vanuit de overheid. Helaas, niet dus.
Indien gewenst kunnen en zullen wij dit voor u berekenen. Daarvoor hebben wij echter bovenstaande 3 variabelen per SKU nodig. In het geval uw bedrijf deze informatie niet beschikbaar heeft adviseren we u per direct te stoppen met het (tijdelijk) opslaan van gevaarlijke goederen. Want als er nu iets fout gaat, bent u in overtreding en kunt u hoge boetes verwachten.
Een paar huis-tuin en keuken voorbeelden
Product: Cif Perfect Finish Limescale van Unilever
Dat dit in een consumentenverpakkingen zit en dus LQ is, en daarmee een klasse 8 verpakkingsgroep III is, maakt verder niet zoveel uit. Zeker het feit dat het een LQ is, maakt voor de ARIE regeling NIETS uit!
Heeft H-zinnen: H-290 en
H-314
Classificatie “metaal corrosief & skin corrosief”
Dit product valt niet onder de BRZO-regelgeving, het wordt niet genoemd in de Seveso-tabel. Echter, het valt zeker wel in de ARIE richtlijn, onder de post C1. Zodra u 15 ton van dit product
opslaat, bent u ARIE plichtig.
Stel, 435 ml per fles, 6 flessen per doos, 150 dozen op een blokker. Dan praten we dus over ongeveer 400 liter per pallet. Zodra u in de buurt van 40 pallets opslaat van dit soort producten bent u dus ARIE-plichtig.
Product; Vodka 40%
Verpakt in een IBC, is voor B2B doeleinden (uiteraard ?). Dit Is een klasse 3, verpakkingsgroep III. Heeft de H-zin
H226
Classificatie “Flammable liquid 3, kookpunt van 83 graden”
Valt onder post P5c, drempelwaarde is 1500 ton. Hier mag je dus 1500 IBC´s van hebben staan.
Product; Axe/Rexona/Andrelon aerosols (deo-spuitbussen (op alcohol basis))
Zit in aerosols, zit in consumentenverpakkingen, zijn allemaal LQ´s van klasse 2.1.
H-225
Classificatie “Flam. Gas 1”.
Valt onder post P3a, drempelwaarde 150 ton netto voor de BRZO. Echter is in de ARIE regeling deze post niet opgenomen 5 . Hiervan mag je dus zoveel hebben staan
als je wilt, zonder een ARIE verplichting te hebben. Tot 150 ton netto uiteraard, want dan zit je op de BRZO lage drempel.
Een spuitbusje heeft netto 150 ml inhoud, dus je mag max 1.000.000 deo-busjes op voorraad hebben totdat je de BRZO grens bereikt. Zeg 6 Spuitbussen op een schaal, 55 schalen op een slag, 8 slagen op een pallet. Dus netto +/- 2500 busjes per pallet, je mag dus max 400 pallets op voorraad hebben.
Isopyrazam (fungicide van Syngenta)
Is een klasse 6.1 verpakkingsgroep III, bijkomend zeer milieugevaarlijk H-zinnen:
H-302 H-331 H3361d H410.
De H-331 is het stringentste regime. Dus valt de hele stof onder post H2, drempelwaarde 15 ton. 5 P3 a/b & P4 ontbreken in lijst categorieën gevaarlijke stoffen.
Bronnen
SER Grenswaarden Gevaarlijke Stoffen
BHV Is een RI&E verplicht voor mijn bedrijf?
DEPARTEMENT Omgeving Drempelwaarden voor categorieën van gevaarlijke stoffen